puntengrens

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  puntengrens    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pun·ten·grens

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  punt zn  en  grens zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	puntengrens	puntengrenzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de puntengrens v / m

1. een (rond) aantal behaalde punten dat men kan zien als een mijlpaa;

   ▸ De ranglijst wordt samengesteld door nummers per week een waarde te geven. Nummer 1 is 40 punten waard, nummer 2 39 en zo verder. Zo komt Williams op een cumulatieve score van 1209. Het is voor het eerst dat iemand door de 1200-puntengrens gaat.

   ▸ Eind vorige maand leek de AEX al door de 400 puntengrens te gaan, maar bleef steken tot een paar punten onder de 400 punten.

Gangbaarheid

• Het woord puntengrens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.