publiceerde voor

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pu·bli·ceer·de voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorpubliceren

publiceerde (...) voor

  1. enkelvoud verleden tijd van voorpubliceren
    • Ik publiceerde voor. 
    • Jij publiceerde voor. 
    • Hij, zij, het publiceerde voor.