prostitué

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: prostituee

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pros·ti·tué
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord prostitué prostitués
verkleinwoord prostitueetje prostitueetjes

Zelfstandig naamwoord

de prostituém

  1. (beroep) man die voor geld seksuele diensten aanbiedt
    • Hij was prostitué geworden. 
  2. (beroep) persoon (zonder onderscheid naar man of vrouw) die voor geld seksuele diensten aanbiedt
    • Geslachtsziekten vormen een groot risico in het leven van een prostitué. 
Synoniemen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be