propten samen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • prop·ten sa·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
samenproppen

propten (...) samen

  1. meervoud verleden tijd van samenproppen
    • Wij propten samen. 
    • Jullie propten samen. 
    • Zij propten samen.