presenteerbaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pre·sen·teer·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van presenteren met het achtervoegsel -baar
Bijvoeglijk naamwoord
presenteerbaar
- dat iets geschikt is om via een presentatie publiek te maken
- De fabrikant had een presenteerbaar prototype laten maken.
Gangbaarheid
- Het woord 'presenteerbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.