prekerig
Uiterlijk
- pre·ke·rig
- Naamwoord van handeling van preken met het achtervoegsel -erig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | prekerig | prekeriger | prekerigst |
verbogen | prekerige | prekerigere | prekerigste |
partitief | prekerigs | prekerigers | - |
prekerig
- van een manier van spreken dat die lijkt op het houden van een vermaning of preek door een godsdienstleraar of geestelijke
- U2 bleek vanavond tijdens zijn optreden in de Amsterdamse Ziggo Dome zijn vertrouwde zelf: bombastisch, prekerig, visueel overdonderend en simpelweg heel erg goed. [1]
- Even dringt de vergelijking met Project X zich op, al blijkt die niet terecht. Waar die feestfilm de totale anarchie bewierookte, toont Feuten: Het feestje beide kanten van de medaille, zonder prekerig te worden. [2]
- Helaas, vega of vegetarische kookboeken zijn of saai, of prekerig en meestal puur vervelend. Hoe anders is de onlangs uitgekomen De Groene Bakplaat! [3]
- Het woord prekerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prekerig" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Tubantia Stefan Raatgever 07-10-18 U2 toont zijn vertrouwde zelf in Ziggo Dome
- ↑ De Telegraaf MARCO WEIJERS 18 okt. 2013 Filmrecensie| Feuten: Het Feestje
- ↑ De Telegraaf FELIX WILBRINK 17 okt. 2018 Groente uit de oven
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be