preek aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- preek aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanpreken |
preek (...) aan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpreken
- Ik preek aan.
- gebiedende wijs van aanpreken
- Preek aan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanpreken
- Preek je aan?
Gangbaarheid
- Het woord 'preek aan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.