potverteren
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: potverteren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pot·ver·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pot en verteren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
potverteren |
potverteerde |
potverteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
potverteren
- gemeenschappelijk geld uitgeven, bv. een overheid die veel geld uitgeeft
Opmerkingen
- De te-vorm van de infinitief is vaker gescheiden "pot te verteren" dan ongescheiden "te potverteren".
Gangbaarheid
- Het woord potverteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "potverteren" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord met scheidbaarheidsconflict in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 72 %
- Prevalentie Vlaanderen 47 %