postconcern
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: postconcern (hulp, bestand)
Woordafbreking
- post·con·cern
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van post zn en concern zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | postconcern | postconcerns |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het postconcern o
- (bedrijfskunde) bedrijf dat bestaat uit een aantal losse bedrijven die post bezorgen
- ▸ De pakkettenbusiness is de laatste jaren extreem hard gegroeid. In het tweede kwartaal van dit jaar bedroeg de stijging nog 22 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Om die stijging voort te zetten, investeert het postconcern onder andere in nieuwe sorteercentra. Dat het postbedrijf moeite heeft om die snelle groei bij te benen, werd duidelijk rond Sinterklaas. PostNL kreeg een lawine aan klachten en meldingen over bezorging van sinterklaascadeaus over zich heen.[1]
- ▸ ,,We hebben het matchloket geopend. Hier konden bedrijven die geen werk hadden hun personeel aanmelden. Er kwamen mensen uit de horeca, maar ook vanaf andere onderdelen van ons postconcern die hun eigen werk niet konden doen. Rijinstructeurs, die chauffeurs voor op de grote wagen moesten opleiden, hadden geen werk. Zij werden chauffeur bij ons. Normaal hebben we vierduizend pakketbezorgers op straat, nu gaan er 4500 dagelijks op pad.’’[2]
Gangbaarheid
- Het woord postconcern staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Natasja de Groot“FNV: er komen acties bij PostNL” (10-12-2018), Tubantia
- ↑ Weblink bron Eduard Voorn“Explosieve groei bij PostNL: meer bezorgers, robots en extra sorteercentra” (16-07-2020), Tubantia