pop-upstore

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pop-up·store
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pop-upstore pop-upstores
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pop-upstorev / m

  1. tijdelijke winkel waarin een bepaald modeproduct wordt verkocht
     Op dit moment zit er een pop-upstore op de begane grond van het oude V&D-pand. Op de etages daarboven wonen studenten. Die moeten er over twee maanden uit.[1]
     Zo heeft de keten twee pop-upstores, tijdelijke winkels, in Eindhoven en Utrecht, met alleen maar schoolspullen. "Wij zijn zeer tevreden over de resultaten, dus het gaan er volgend jaar zeker meer worden."[2]
     'Ganzenbord' op NPO Radio 1 is een serie van de NOS. Aan de hand van het ouderwetse Ganzenbordspel blikt de economieredactie terug op de economische hoogte- en dieptepunten van het afgelopen jaar. Vandaag deel 2: de opmars van pop-upstores.[3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2023 Weblink bron “Blijdschap in Leiden: stil V&D-pand wordt opgevuld” (Maandag 11 juli 2016, 11:24), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2023 Weblink bron “20 miljoen euro te verdelen op graf van de V&D-Schoolcampus” (Vrijdag 19 augustus 2016, 07:44), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2023 Weblink bron “De pop-upstore: winkels op waanzinnige plekken” (Dinsdag 30 december 2014, 06:45), NOS