poldert dood
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pol·dert dood
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doodpolderen |
poldert (...) dood
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodpolderen
- Jij poldert dood.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodpolderen
- Hij poldert dood.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doodpolderen
- Poldert dood!
Gangbaarheid
- Het woord poldert dood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.