plantenbak
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: plantenbak (hulp, bestand)
Woordafbreking
- plan·ten·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plantenbak | plantenbakken |
verkleinwoord | plantenbakje | plantenbakjes |
Zelfstandig naamwoord
de plantenbak m
- een bak waarin men planten laat groeien
- ▸ De barones wurmt haar handen uit de tuinhandschoenen en legt ze op de rand van een plantenbak.[2]
- ▸ Als je de foto's niet hebt gezien, is het bijna niet te geloven. De auto van Ingrid Elemans raakte gisteren zwaar beschadigd bij een bijzonder ongeluk. Op de parkeerplaats van een tuincentrum in Leusden lag er ineens een loodzware plantenbak op het dak van haar cabrio.[3]
Hyponiemen
Vertalingen
1. een bak waarin men planten laat groeien
Gangbaarheid
- Het woord plantenbak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Carla de Jong“Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
- ↑ Weblink bron INGRID ELEMANS“Reusachtige plantenbak valt op cabrio” (28-02-2018), NOS