planetair
Uiterlijk
- pla·ne·tair
- afgeleid van het Franse planétaire of van planeet met het achtervoegsel -air [1]
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | planetair | planetairder | planetairst |
| verbogen | planetaire | planetairdere | planetairste |
| partitief | planetairs | planetairders | - |
planetair
- (astronomie) betrekking hebbend op, overeenkomstig de planeten
- „Als je naar de ecologische kant kijkt, zien we dat zeven van de negen planetaire grenzen zijn overschreden. De redenen daarvoor zijn volstrekt helder: landgebruik, grondstoffengebruik, uitstoot. Ze hebben allemaal te maken met economische activiteit.”[2]
- Het woord planetair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "planetair" herkend door:
| 92 % | van de Nederlanders; |
| 97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ planetair op website: Etymologiebank.nl
- ↑ www.nrc.nl (20 jun 2025)
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be