plakte wild
Uiterlijk
- Geluid: plakte wild (hulp, bestand)
- IPA: / ˈplɑktə ˈwɪlt / (3 lettergrepen)
- plak·te wild
- uit plakte (werkwoord) en wild (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
wildplakken |
plakte (…) wild
- enkelvoud verleden tijd van wildplakken
- Ik plakte wild.
- Jij plakte wild.
- Hij, zij, het plakte wild.
- Ik plakte wild.
- Het woord 'plakte wild' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.