pitslamp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pits·lamp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pitslamp pitslampen
verkleinwoord pitslampje pitslampjes

Zelfstandig naamwoord

de pitslampv / m

  1. zaklantaarn
     Ook vandaag ben ik weer thuisgekomen in een donker huis – pitslamp op GSM: onmisbaar! – en heb ik me gerealiseerd dat ik een deel van mijn research en werk tot morgenochtend ga moeten laten liggen. C'est la vie.[1]
  2. knijpkat

Gangbaarheid

41 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Luc Severi
    “Senegal - Diner bij kaarslicht” (09/05/2010), De Standaard
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be