pikten af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pik·ten af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afpikken |
pikten af
- meervoud verleden tijd van afpikken
- Wij pikten af.
- Jullie pikten af.
- Zij pikten af.
- Wij pikten af.
Gangbaarheid
- Het woord pikten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.