piep op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • piep op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oppiepen

piep (...) op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppiepen
    • Ik piep op. 
  2. gebiedende wijs van oppiepen
    • Piep op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppiepen
    • Piep je op? 

Gangbaarheid