peutert af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: peutert af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- peu·tert af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afpeuteren |
peutert (...) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeuteren
- Jij peutert af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeuteren
- Hij peutert af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afpeuteren
- Peutert af!
Gangbaarheid
- Het woord peutert af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.