period
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Engels
Uitspraak
- Geluid: period (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈpɪərɪəd/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
period | periods |
Zelfstandig naamwoord
period
- periode, tijdvak, tijdsinterval
- punt (leesteken)
- menstruatie, maandstond