perdre la boussole
Uiterlijk
perdre la boussole
- (spreektaal) de weg kwijt zijn, het spoor bijster zijn
- «Après qu'on l’a foutu à la porte, il a perdu la boussole.»
- Nadat ze hem op straat hebben geflikkerd, is hij het spoor helemal bijster. [1]
- «Après qu'on l’a foutu à la porte, il a perdu la boussole.»