pept op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pept op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oppeppen

pept op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppeppen
    • Jij pept op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppeppen
    • Hij pept op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van oppeppen
    • Pept op! 


Gangbaarheid