penster

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pen·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord penster pensters
verkleinwoord penstertje penstertjes

Zelfstandig naamwoord

de pensterv

  1. vriendin waarmee men correspondentie voert
    • Wat doen jullie met pensters met wie het niet zo klikt? 

Gangbaarheid

18 % van de Nederlanders;
11 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be