pensioenplan

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pensioenplan    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pen·si·oen·plan

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  pensioen zn  en  plan zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	pensioenplan	pensioenplannen
verkleinwoord	pensioenplannetje	pensioenplannetjes

Zelfstandig naamwoord

het pensioenplan o

1. (politiek) voornemens om een pensioenstelsel te wijzigen

   ▸ Raad van State kraakt pensioenplan

   ▸ Pensioenplan: Het kabinet wil bijna 3 miljard bezuinigen door het verlagen van de aftrek van pensioenpremies. Nu kunnen werknemers maximaal 2,25 procent van hun salaris belastingvrij voor hun pensioen sparen. Dat zou in 2015 maximaal 1,75 procent moeten worden.

Gangbaarheid

• Het woord pensioenplan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.