pelotonremmer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pe·lo·ton·rem·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pelotonremmer pelotonremmers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pelotonremmerm

  1. snelheidsremmende strook voor fietsers
     Vlaamse minister rijdt over 'pelotonremmer' en besluit de ribbelstroken in te korten[1]
     Net zoals elke week fietsten enkele tientallen coureurs van het Scheldepeloton langs het jaagpad tussen Zwijnaarde (Gent) en Eine. Die plek zorgde vorige zomer voor veel commotie nadat de Vlaamse overheid over een afstand van 23 kilometer tientallen ribbelstroken had aangebracht. Na hevige kritiek werden de beruchte ‘pelotonremmers’ uiteindelijk langs weerszijden met tachtig centimeter ingekort.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2023 Weblink bron “Vlaamse minister rijdt over 'pelotonremmer' en besluit de ribbelstroken in te korten” (16-07-2013), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2023 Weblink bron
    Marc Klifman
    “Nieuwe petitie tegen 'pestribbels' na zware valpartij” (30/04/2014), De Standaard