pelotonremmer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pe·lo·ton·rem·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van peloton zn en remmer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pelotonremmer | pelotonremmers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de pelotonremmer m
- snelheidsremmende strook voor fietsers
- ▸ Vlaamse minister rijdt over 'pelotonremmer' en besluit de ribbelstroken in te korten[1]
- ▸ Net zoals elke week fietsten enkele tientallen coureurs van het Scheldepeloton langs het jaagpad tussen Zwijnaarde (Gent) en Eine. Die plek zorgde vorige zomer voor veel commotie nadat de Vlaamse overheid over een afstand van 23 kilometer tientallen ribbelstroken had aangebracht. Na hevige kritiek werden de beruchte ‘pelotonremmers’ uiteindelijk langs weerszijden met tachtig centimeter ingekort.[2]
Gangbaarheid
- Het woord pelotonremmer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Vlaamse minister rijdt over 'pelotonremmer' en besluit de ribbelstroken in te korten” (16-07-2013), Tubantia
- ↑ Weblink bron Marc Klifman“Nieuwe petitie tegen 'pestribbels' na zware valpartij” (30/04/2014), De Standaard