peloton
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pe·lo·ton
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onderafdeling’ voor het eerst aangetroffen in 1697 [1]
- van Frans peloton [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | peloton | pelotons |
verkleinwoord | pelotonnetje | pelotonnetjes |
Zelfstandig naamwoord
peloton o
- (militair) groep van enige tientallen soldaten met één officier, onderdeel van een compagnie
- Het peloton trad aan voor de executie en de verrader werd geblinddoekt.
- De pelotonscommandant is de officier van een peloton.
- (sport) in een race de grootste groep van deelnemers die samen optrekken
- De kopgroep werd na 150 km toch nog ingehaald door het peloton.
- Hij was enige kilometers voor de eindstreep ontsnapt uit het peloton.
Hyponiemen
- [1] executiepeloton
- [1] strafpeloton,
- [1] vuurpeloton
- [2] profpeloton
Afgeleide begrippen
Vertalingen
een groep soldaten
Gangbaarheid
- Het woord peloton staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "peloton" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "peloton" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ peloton op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
Woordafbreking
- pelo·ton (afbreking leidend tot een of twee tekens aan het eind van een regel wordt ontraden) [1]
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
peloton | le peloton | pelotons | les pelotons |
Zelfstandig naamwoord
peloton m
Overerving en ontlening
Verwijzingen
- ↑ 'peloton' op website: plumefrancaise.fr; geraadpleegd 2016-10-31
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /pɛlɔtɔn/
Woordafbreking
- pe·lo·ton
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans
Zelfstandig naamwoord
- (verouderd)(militair) peloton; groep van enige tientallen soldaten met één officier, onderdeel van een compagnie
- (sport) peloton; in een race de grootste groep van deelnemers die samen optrekken
Verbuiging
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
- hlavní peloton cyklistů – het hoofdpeloton van wielrenners
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 86 %
- Prevalentie Vlaanderen 90 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 7
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Achtervoegsel -on in het Frans
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Militair in het Frans
- Sport in het Frans
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Verouderd in het Tsjechisch
- Militair in het Tsjechisch
- Sport in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch