pechstrookrijder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pech·strook·rij·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pechstrook zn en rijder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pechstrookrijder | pechstrookrijders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de pechstrookrijder m
- automobilist die illegaal de vluchtstrook gebruikt om een file te passeren
- ▸ Boete voor pechstrookrijders verdrievoudigt[1]
Gangbaarheid
- Het woord pechstrookrijder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Boete voor pechstrookrijders verdrievoudigt” (31/05/2019), De Standaard