pechstrookrijder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pech·strook·rij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pechstrookrijder pechstrookrijders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pechstrookrijderm

  1. automobilist die illegaal de vluchtstrook gebruikt om een file te passeren
     Boete voor pechstrookrijders verdrievoudigt[1]


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2023 Weblink bron “Boete voor pechstrookrijders verdrievoudigt” (31/05/2019), De Standaard