pechstrook

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pech·strook
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pechstrook pechstroken
verkleinwoord pechstrookje pechstrookjes

Zelfstandig naamwoord

pechstrook v

  1. (verkeer) (Vlaanderen) door doorgetrokken streep gemarkeerd afgescheiden gedeelte van de rijbaan op de autosnelweg of autoweg, bedoeld voor noodsituaties
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be