parkeerden fout
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: parkeerden fout (hulp, bestand)
- IPA: / pɑrˈkerdə(n) ˈfɑut / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- par·keer·den fout
Woordherkomst en -opbouw
- uit parkeerden (werkwoord) en fout (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
foutparkeren |
parkeerden (…) fout
- meervoud verleden tijd van foutparkeren
- Wij parkeerden fout.
- Jullie parkeerden fout.
- Zij parkeerden fout.
- Wij parkeerden fout.
Gangbaarheid
- Het woord parkeerden fout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.