paradigmatisch

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  paradigmatisch    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pa·ra·dig·ma·tisch

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van paradigma met het achtervoegsel -isch

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	paradigmatisch	paradigmatischer
verbogen	paradigmatische	paradigmatischere
partitief	paradigmatisch	paradigmatischers	-

Bijvoeglijk naamwoord

paradigmatisch

1. tot een paradigma behorend, (als voorbeeld dienend)

Vertalingen

    1. tot een paradigma behorend   

Engels: paradigmatic (en)

Frans: paradigmatique (fr)

Gangbaarheid

• Het woord paradigmatisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.