pannenkoekenijs
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pan·nen·koe·ken·ijs
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pannenkoekenijs | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het pannenkoekenijs o
- patroon van ronde ijsschotsen, als gevolg van het tegen elkaar botsen in open water
- Door het afsmelten van het poolijs komt er meer pannenkoekenijs voor.
Hyperoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.