overleefbaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·leef·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen overleefbaar overleefbaarder overleefbaarst
verbogen overleefbare overleefbaardere overleefbaarste
partitief overleefbaars overleefbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

overleefbaar

  1. van iets dat je er niet noodzakelijk aan dood gaat
    • Om mensen bang te maken geeft het National Weather Service nu een nieuw soort waarschuwing: Deze tornado is niet overleefbaar, als u niet in een schuilkekder zit gaat u zeker sterven. 

Gangbaarheid