outfit
Uiterlijk
- out·fit
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘uitrusting’ voor het eerst aangetroffen in 1896 [1]
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | outfit | outfits |
verkleinwoord | outfitje | outfitjes |
outfit m
- de uitrusting, en dan vooral de kleding, die men draagt en bij zich heeft
- Wetend dat je er in ieder geval fantastisch uitziet. Zo kun je je concentreren op waar het werkelijk om gaat en hoef je je geen zorgen te maken over je outfit.
- ▸ De outfit komt 'met alle toeters en bellen', inclusief de aanpassingen die Whitney zelf heeft gedaan. In het grijze pak dat de zangeres onder de outfit droeg, zitten zelfs nog wat gaten die er tijdens de opnames zijn ingekomen. Ook missen er daardoor wat chromen balletjes die aan het pak zaten.[2]
- Het woord outfit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "outfit" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "outfit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Filmoutfit Whitney Houston uit The Bodyguard onder de hamer” (20-08-2018), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be