oriëntalistiek
Uiterlijk
- ori·ën·ta·lis·tiek
- afleiding van oriëntaals met het achtervoegsel -iek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oriëntalistiek | |
verkleinwoord |
de oriëntalistiek v
- de academische studie van de oosterse talen en beschavingen
- ▸ Deze oplage van 1000 exemplaren werd in 1958 gedrukt door Mouton & Co, een in slavistiek en oriëntalistiek gespecialiseerde Haagse uitgeverij.[1]
- ▸ Wat belangrijk is om de kracht én de zwakte van het boek te waarderen, is dat je de term oriëntalisme goed opvat, doceert De Jong. „Said is daar bewust niet eenduidig over. Aan de ene kant slaat oriëntalisme bij hem op de wetenschappelijke discipline, die in het Nederlands oriëntalistiek heet: etnografen, linguïsten, historici die het Oosten bestuderen.[2]
1. de academische studie van de oosterse talen en beschavingen
- Het woord oriëntalistiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396
- ↑ Weblink bron “Kracht en zwakte van Said” (7 september 2005), Reformatorisch Dagblad