ordenar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- or·de·nar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ordenar |
ordenaba |
ordenado |
volledig |
Werkwoord
ordenar
- ordenen, rangschikken
- bevelen, verordenen
- opruimen
- tot priester wijden
Verwijzingen
- ordenar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española