opvoedbaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·voed·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen opvoedbaar opvoedbaarder opvoedbaarst
verbogen opvoedbare opvoedbaardere opvoedbaarste
partitief opvoedbaars opvoedbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

opvoedbaar

  1. (van mensen en vooral van kinderen) normen en waarden bij te brengen zodat ze een gewenst gedrag gaan vertonen
    • Verder maakt Leo Prick een denkfout door te stellen dat alleen dove of blinde leerlingen ‘ernstig gehandicapt’ zijn. Wat te denken van dyslectische leerlingen, of kinderen die moeilijk opvoedbaar zijn? Ook zij hebben een handicap, al is die niet altijd zo zichtbaar. [1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Docent Vmbo & Ronald Gebhardt NRC 5 maart 2011