opvoedbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opvoedbaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·voed·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van opvoeden met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | opvoedbaar | opvoedbaarder | opvoedbaarst |
verbogen | opvoedbare | opvoedbaardere | opvoedbaarste |
partitief | opvoedbaars | opvoedbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
opvoedbaar
- (van mensen en vooral van kinderen) normen en waarden bij te brengen zodat ze een gewenst gedrag gaan vertonen
- Verder maakt Leo Prick een denkfout door te stellen dat alleen dove of blinde leerlingen ‘ernstig gehandicapt’ zijn. Wat te denken van dyslectische leerlingen, of kinderen die moeilijk opvoedbaar zijn? Ook zij hebben een handicap, al is die niet altijd zo zichtbaar. [1]
Gangbaarheid
- Het woord opvoedbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Docent Vmbo & Ronald Gebhardt NRC 5 maart 2011