opplooibaar
Uiterlijk
- Geluid: opplooibaar (hulp, bestand)
- op·plooi·baar
- Naamwoord van handeling van opplooien met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | opplooibaar | opplooibaarder | opplooibaarst |
verbogen | opplooibare | opplooibaardere | opplooibaarste |
partitief | opplooibaars | opplooibaarders | - |
opplooibaar
- vouwbaar, inklapbaar, plooibaar
- Ik kocht een opplooibaar steekkarretje.
- Het woord opplooibaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.