opgebroken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opgebroken (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·ge·bro·ken
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van opbreken: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van op bw en gebroken ww
Werkwoord
vervoeging van: | opbreken… |
verbogen vorm: | opgebrokene |
opgebroken
- voltooid deelwoord van opbreken