opeisbaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·eis·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen opeisbaar opeisbaarder opeisbaarst
verbogen opeisbare opeisbaardere opeisbaarste
partitief opeisbaars opeisbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

opeisbaar

  1. dwingend te kunnen vragen
    • Vervolgens verlaagden die kredietbeoordelaars de kredietwaardigheid van Enron. En omdat in de leningvoorwaarden stond dat die bij een verlaging van de kredietwaardigheid direct opeisbaar werden, moest Enron opeens ruim 60 miljard dollar aflossen. [1] 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Camil Driessen NRC 28 mei 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be