opdringerig
Uiterlijk
- Geluid: opdringerig (hulp, bestand)
- IPA: /ɔp.drɪ.ŋə.rəx/
- op·drin·ge·rig
- Naamwoord van handeling van opdringen met het achtervoegsel -erig.
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | opdringerig | opdringeriger | opdringerigst |
| verbogen | opdringerige | opdringerigere | opdringerigste |
| partitief | opdringerigs | opdringerigers | - |
opdringerig
- de neiging hebbend tot opdringen
- Voorbeeldzin met opdringerig woord erin.
- Het woord opdringerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opdringerig" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -erig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %