opblaaskerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·blaas·kerk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opblaaskerk opblaaskerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de opblaaskerkv / m

  1. tijdelijk, opblaasbaar kerkgebouw
     Ook in het centrum van Amersfoort was er vandaag volop aandacht voor de kwestie. Op het plein de Hof was een knalroze opblaaskerk herrezen, waar een homo-organisatie een bijeenkomst hield om te praten over Nashville-verklaring.[1]
     Ze is heel blij met het programma, zegt Corine Hofstra van Visit Borne. „Het wordt zondag 31 oktober echt super. Er komen enkele gratis spookhuizen, een voor kleintjes onder de 12 jaar en een voor oudere kinderen. Op het Dorsetplein wordt een opblaaskerk neergezet waar kinderactiviteiten zijn. Ook lopen er straatartiesten rond.”[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2023 Weblink bron “Nashville-verklaring in de kerk: 'Vergeef ons spreken in wij en zij'” (Zondag 13 januari 2019, 19:10), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2023 Weblink bron
    Alice Plekkenpol
    “Borne pakt uit met Halloween: ‘Het wordt de griezeligste zondag ooit’” (18-10-2021), Tubantia