ongeweten
Uiterlijk
- on·ge·we·ten
stellend | |
---|---|
onverbogen | ongeweten |
verbogen | |
partitief | ongewetens |
ongeweten [1]
- niet bekend; zonder dat men er zich bewust van is
- Het resulteerde na maanden hard werk in een document met onverwachte en ongeweten weetjes, bijzondere anekdotes en memorabele momenten van gelovigen aan hun kerk. [2]
- Het feitelijk gegeven ligt er dat veel embryo’s kort na de conceptie tenietgaan. Soms geweten, veelal ongeweten. Deze embryo’s -dan nog onbezield geacht- spelen in de belevings- en herinneringswereld van de man en vrouw veelal nauwelijks of helemaal geen rol. Ze zijn tenietgegaan. Hebben deze kort na de conceptie beëindigde -ik moet toch zeggen gestorven- embryo’s, wel een ziel? Zijn ze dus in feite mens geweest? Of worden ze pas later mens? [3]
- Het woord ongeweten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ongeweten" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 29-04-12 Grote Kerk was ’n belangrijke ‘halte’ voor hervormden
- ↑ Reformatorisch Dagblad 11-07-2008 Leven, een wonder van begin tot eind
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be