ongevallenletsel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·ge·val·len·let·sel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ongeval en letsel met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ongevallenletsel | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het ongevallenletsel o
- (medisch) letsel als gevolg van een ongeval
Gangbaarheid
- Het woord 'ongevallenletsel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.