ongeorganiseerde
Uiterlijk
- on·ge·or·ga·ni·seer·de
ongeorganiseerde
- verbogen vorm van de stellende trap van ongeorganiseerd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ongeorganiseerde | ongeorganiseerden |
verkleinwoord |
de ongeorganiseerde m
- een chaotisch persoon; iemand die zonder plan handelt
- Het woord ongeorganiseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.