oncotisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·co·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | oncotisch | oncotischer | |
verbogen | oncotische | oncotischere | |
partitief | oncotisch | oncotischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
oncotisch
- (medisch) met betrekking tot zwelling
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'oncotisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.