oliejas

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • olie·jas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oliejas oliejassen
verkleinwoord oliejasje oliejasjes

Zelfstandig naamwoord

oliejas v / m [1]

  1. (kleding) (scheepvaart) weerbestendige jas die vooral door vissers en zeevarenden wordt gedragen en die oorspronkelijk uit geoliede stof bestond
Verwante begrippen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen