oerbevolking

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oer·be·vol·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oerbevolking oerbevolkingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oerbevolkingv

  1. de oorspronkelijke bewoners van een landstreek
     Mijn solidariteit met de Amerikaanse oerbevolking, de índianen', was rotsvast en het is, wat je ook mag denken, geen reconstructie achteraf die is aangepast aan het tegenwoordig vanzelfsprekende standpunt.[1]
     Oerbevolking overleefde zeebeving”[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044632767
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 augustus 2022 Weblink bron
    Jim Lobe
    “„Oerbevolking overleefde zeebeving”” (5 januari 2005), Reformatorisch Dagblad