nov.

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: nov

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nov.
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

nov. m

  1. (afkorting) elfde kalendermaand, november
    «De vergadering is 17 nov. 2011»
    De datum van de vergadering is 17 november 2011
Opmerkingen
  • Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven, maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een maand gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten: nov [1].

Meer informatie

Verwijzingen

Gangbaarheid