non-valeur
Uiterlijk
- Geluid: non-valeur (hulp, bestand)
- non-va·leur
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘oninbare vordering’ voor het eerst aangetroffen in 1844 [1]
- afgeleid van het Franse valeur met het voorvoegsel non- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | non-valeur | non-valeurs |
verkleinwoord | - | - |
- [1] onwaarde
- Het woord non-valeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.