Naar inhoud springen

nitwit

Uit WikiWoordenboek
  • nit·wit
  • Leenwoord uit het Engels, zie verder aldaar. In de betekenis van ‘iemand die niets weet’ voor het eerst aangetroffen in 1971 [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord nitwit nitwits
verkleinwoord nitwitje nitwitjes

denitwitm [3]

  1. (scheldwoord) iemand met weinig of geen kennis van zaken
    • Het gezicht van Wall Street is geen genadeloze wolf, geen kapitalistische nitwit, geen op hol slaand algoritme, maar een clown. Veel fijner naar te kijken dan de realiteit. (Arjen van Veelen NRC 25 januari 2016) 
81 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.[4]
  • In de VS bekend sinds ca. 1910. Precieze herkomst onzeker; mogelijk uit het Duits of een Duits dialect (waarbij het eerste deel is afgeleid van nichts).
enkelvoud meervoud
nitwit nitwits

nitwit

  1. (scheldwoord) dom/onwetend/onkundig iemand,  nitwit zn