nijpend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nij·pend
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Nederlandse bijvoeglijke naamwoord nijpen.
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen nijpend nijpender nijpendst
verbogen nijpende nijpendere nijpendste
partitief nijpends nijpenders -

Bijvoeglijk naamwoord

nijpend

  1. ernstig
  2. dringend
Typische woordcombinaties
  • [1]: een nijpend gebrek
  • [1]: een nijpend tekort
  • [2]: een nijpend probleem
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: nijpen
verbogen vorm: nijpende

nijpend

  1. onvoltooid deelwoord van nijpen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be